De Dorn methode kan allereerst ingezet worden bij klachten van het bewegingsapparaat, en daarnaast bij een scala aan klachten die kunnen voortkomen uit wervel- en bekkenscheefstand.
De Dorn methode is ontwikkeld door Dieter Dorn in Duitsland en is daar inmiddels een bewezen en geaccepteerde behandelwijze. Nadat Dieter door een boer uit een naburig dorp met een eenvoudige behandeling (met een duimdruk) van zijn spit afgeholpen werd, heeft hij zelf deze methode verder ontwikkeld. Zijn lijfspreuk werd: “Ein kranken rücken soll mann drücken”.
Enkele voorbeelden:
De basis van de Dorn-behandeling bestaat uit het onderzoeken en zonodig corrigeren van beenlengteverschil. Wanneer er een beenlengteverschil is ontstaat bekkenscheefstand en hieruit ontstaan vaak verschuivingen van wervels.
Beenlengteverschil komt zeer veel voor en kan ontstaan doordat de kop van het bovenbeen uit de heupkom schuift. Dit kan het gevolg zijn van een verkeerde houding, bijvoorbeeld bij zittend werk waarbij men veel met de benen over elkaar geslagen zit of bij veelvuldig of langdurig autorijden. Maar ook een val (bijvoorbeeld van een paard), "vertillen" of een misstap kunnen hiertoe leiden.
Naast het heupgewricht worden ook het kniegewricht en spronggewricht nagezien: in totaal kan er bij verschuivingen wel zo'n 5 cm. verschil bestaan tussen het linker- en rechterbeen. In tegenstelling tot andere methoden waarbij men het korte been kunstmatig langer probeert te maken (door zooltjes of hakverhoging) wordt bij de Dorn-correcties het lange been korter.
Hierna worden het bekken en de wervelkolom gecontroleerd en indien nodig naar een natuurlijke stand teruggebracht. Door scheefstand van een of meerdere wervels worden de spinale zenuwen die uittreden belemmerd in hun functie. Naast pijn kan dit klachten geven in de hiermee samenhangende segmentale zones. Een voorbeeld: scheefstand van de 3e lumbale wervel kan klachten geven op het gebied van de zwangerschap, menstruatie en overgang en verder blaasklachten, knieklachten, impotentie, en bedplassen. Bij de Dorn methode wordt geprobeerd een optimale ruimte in de wervelkolom te creëren, waardoor de spinale zenuwen ongestoord hun werk kunnen doen.
Tenslotte kunnen ook het staartbeen en schouder- en armgewrichten nagelopen worden.
De eerste behandelingen worden wekelijks gegeven. Daarna heeft het lichaam zich meestal aan de veranderingen aangepast en kunnen de tussenpozen tussen de behandelingen langer worden en kan de behandeling afgebouwd worden. Hoeveel behandelingen nodig zijn hangt af van de aard van de klachten. In mijn praktijk combineer ik een Dorn-behandeling vaak met bijvoorbeeld massage, voetreflex, ooracupunctuur of een voedings- en supplementenadvies.
Bij kinderen en tieners is het zinvol (en verstandig) om regelmatig de wervelkolom en de gewrichten te controleren, zodat zij zich evenwichtig kunnen (blijven) ontwikkelen. Symptomen van verschoven wervels en gewrichten bij kinderen kunnen zijn:
In de puberteit treden soms verschuivingen op door een plotselinge snelle lengtegroei. Niet voor niets wordt uw kind voor het deze groeispurt ingaat door de schoolarts gecontroleerd op een beginnende scoliose (met de zogenaamde buktest).
Soms ontstaan de problemen bij een baby tijdens de geboorte. Bijvoorbeeld bij langdurig persen, een vacuümbevalling, een stuitligging, een zeer snelle bevalling of een keizersnede. De schedelbeenderen en de nekwervels kunnen dusdanig onder druk komen te staan dat er een continu prikkeling van de nervus vagus (de 10e hersenzenuw) optreedt. Dit kan aanleiding geven tot ontroostbaar huilen, darmkrampjes en niet willen slapen (de baby met “ogen op steeltjes”). Wanneer er sprake is van een ontwrichting in de bovenste nekgewrichten noemt men dit het KISS-syndroom. Bij deze baby’s ziet men vaak de zogenaamde “komma”-houding, waarbij de baby gedraaid ligt, vaak met het hoofdje naar één kant, de voorkeurshouding. Hier ontstaat na enige tijd een afgeplat schedeltje. De baby protesteert wanneer kleding over het hoofdje heen aangetrokken wordt. Het kan zijn dat de baby veel spuugt en zich verslikt. En wanneer de moeder borstvoeding geeft merkt zij vaak dat de baby goed drinkt aan de ene borst maar altijd een probleem heeft met de andere (hier kunnen dan tepelkloven of borstontsteking ontstaan). Wanneer het KISS-syndroom bij de baby niet onderkend wordt ontstaan later vaak problemen bij de ontwikkeling van motoriek en evenwichtsgevoel van het kind. Deze kinderen (KIDD-kinderen genoemd) kunnen zich slecht concentreren, zijn onzeker, snel moe en prikkelbaar.
Een basisvoorwaarde voor elke behandeling is dat u zelfstandig moet kunnen staan en lopen en moet kunnen plaatsnemen op de massagetafel.
Dit is nodig omdat de behandeling plaatsvindt terwijl u bepaalde bewegingen maakt en u na de behandeling de zelfhulpoefeningen moet kunnen uitvoeren.
Na een zwaar ongeluk of zware val moet u eerst een diagnose laten stellen door een arts of specialist, voordat u eventueel behandeld kunt worden. In de volgende situaties kan de Dorn-methode niet toegepast worden:
Er kan gedurende enkele dagen wat spierpijn optreden. Het is belangrijk om de eerste dagen na de behandeling zware inspanning en tillen te vermijden. Het lichaam moet wennen aan de nieuwe stand en spieren, pezen en andere weefsels moeten hun nieuwe spanning vinden. Het helpt hierbij om voldoende te drinken (water en kruidenthee) zodat de afvalstoffen die los zijn gekomen uit de weefsels afgevoerd kunnen worden. Tijdens de behandeling wordt Johannesolie gebruikt (tenzij u zwanger bent). Hierna mag u niet onder de zonnebank of in de felle zon: dit kan brandwonden veroorzaken. U krijgt zelfhulpoefeningen mee voor thuis, zodat u de veranderingen die tijdens de behandeling zijn ingezet kunt onderhouden.